Een leven in armoede betekent voor veel mensen dat ze zich minder kunnen verzorgen dan ze zouden willen. Een leven in armoede en een slechtere gezondheid gaan hand in hand, wat soms de indruk wekt dat ze zich niet (willen) verzorgen.

Keuzes maken

Mensen in armoede moeten elke dag opnieuw kiezen tussen dingen waar eigenlijk niemand wil tussen kiezen. Naar de tandarts gaan of de waterrekening betalen? De kapotte schoenen van de dochter vervangen of de versleten boekentas van de zoon? Zoals alle ouders gaan ook ouders in armoede er alles aan doen om het leven voor hun kinderen zo goed mogelijk te maken. Omgaan met een heel beperkt budget betekent dat mensen in armoede soms zichzelf tekort moeten doen om zeker hun kinderen niet tekort te doen. Liever de oude winterjas nog een jaartje langer dragen dan je kind met een ouderwetse jas naar school sturen. Het betekent soms ook dat ze geen toegang meer hebben tot water (door niet betaalde rekeningen of doordat mensen op straat leven). Jezelf wassen of de was doen wordt dan heel lastig.

Armoede en gezondheid

Uit onderzoek (Grimmeau J.-P., Decroly J.-M. et Wertz I. (2012), ‘La démographie des communes belges de 1980 à 2010’, Courrier hebdomadaire, CRISP, 2162-2163, 89p.) blijkt dat er een sterk verband is tussen armoede en gezondheidsproblemen. Hoe lager op de sociaaleconomische ladder hoe groter de kans op een slechtere gezondheid. Neem nu bijvoorbeeld de levensverwachting van een vrouw in St- Maartens- Latem (een rijke gemeente) versus die van een vrouw in Anderlues (een arme gemeente): in de rijke gemeente zal ze gemiddeld 8 jaar langer leven.

In de gezondheidszorg in Europa blijven de ongelijkheden hardnekkig bestaan. In een onderzoek werden participanten gemiddeld 13 jaar lang gevolgd. Hun vraag was: hoe belangrijk zijn de sociaaleconomische factoren op gezondheid? De grootste risico’s volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn: tabaks- en alcoholgebruik, een ongezond dieet en inactieve levensstijl. Op basis van deze en 48 andere internationale studies werd besloten dat een lage sociaaleconomische status de levensverwachting met 2,1 jaar vermindert. Dat is meer dan een hoge bloeddruk (1,6 jaar), obesitas (0,7 jaar) of een hoge alcoholconsumptie (0,5 jaar), en ongeveer evenveel als een inactieve levensstijl (2,4 jaar).