Om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Maar voor sommige mensen zijn de hinderpalen naar werk gewoon te zwaar wat ervoor zorgt dat ze afhangen van een leefloon, dat hen geen menswaardig bestaan kan geven. Voor hen is het belangrijk dat we de rechten op uitkeringen versoepelen en hen aangepaste trajecten aanbieden zoals sociale activering.
Sociale zekerheid
Er zijn enkele voorwaarden verbonden aan het recht op een werkloosheidsuitkering: je moet vooraf voldoende gewerkt en bijdragen betaald hebben, je moet minstens het minimumloon verdiend hebben, je moet actief naar werk zoeken en dat ook kunnen bewijzen…
Er zijn verschillende opvattingen over het doel van de sociale zekerheid. Volgens de overheersende opvatting geldt het principe ‘voor wat hoort wat’: je hebt pas recht op uitkeringen als je aan de opgesomde voorwaarden voldoet, en als je ook kan werken. Daarom heeft men in de werkloosheid de uitkeringen voor langdurig werklozen al verlaagd, en de rechten op uitkeringen voor schoolverlaters (die nog niet gewerkt hebben) sterk verminderd. Schoolverlaters zonder diploma hebben zelfs helemaal geen recht meer op uitkeringen. Mensen voor wie de hinderpalen naar werk te zwaar lijken (de zogenaamde ‘niet-toeleidbaren’), zou men willen uitsluiten uit de werkloosheid. Volgens deze opvatting zouden de meest kansarme werklozen naar het OCMW moeten.
Een andere opvatting is dat de sociale zekerheid zoveel mogelijk alle mensen moet beschermen: de werkloosheidsuitkeringen zouden ook toegankelijk moeten zijn voor wie niet kan werken, en de ziekte-uitkeringen ook voor wie ziek is en nog nooit gewerkt heeft.
De niet-toeleidbaren
Onderzoek naar de ‘niet-toeleidbaren’ toont aan dat zij het gevoel hebben ‘in de tang genomen’ te zijn. Enerzijds moeten zij bewijzen dat ze inspanningen gedaan hebben, en anderzijds krijgen zij van de VDAB geen aanbod meer omdat ze ‘niet toeleidbaar’ geacht worden. Velen van hen hebben gezondheidsproblemen, maar kunnen geen ziekte-uitkering krijgen omdat ze geen 66% verlies van werkvermogen hebben, of zelfs omdat ze nooit gewerkt hebben. Sommigen kunnen wel een paar uren per dag werken maar riskeren dan hun uitkering te verliezen en armer te worden. Het leefloon is nog een optie, maar die is ook aan veel voorwaarden verbonden.
Oplossingen
De oplossingen liggen op twee vlakken: de rechten op uitkeringen versoepelen voor mensen die (te) grote hinderpalen ondervinden om te werken; en aangepaste trajecten aanbieden voor deze mensen, met o.a. (zeer) deeltijds werk en ‘sociale activering’.
Bijdrage door Ides Nicaise