De veronderstelling is dat werklozen zich gaan nestelen wanneer het verschil tussen hun uitkering en hun nettoloon te klein is. Door verlaging van de uitkeringen van langdurig werklozen leven er steeds meer mensen onder de armoedegrens. Er is geen verband gevonden tussen dekkingsgraad van werkloosheidsuitkeringen op de kans van werklozen om werk te vinden. Ondersteunende maatregelen zoals (beroeps)opleiding of subsidies aan werkgevers kunnen wel een invloed hebben op een hogere tewerkstellingsgraad.
Het verlagen van de uitkering van werklozen werd in 2011 door de Europese Commissie aan Belgiƫ aanbevolen om de langdurige werkloosheid in ons land te verminderen. Men veronderstelde dat werklozen zich gaan nestelen in hun situatie wanneer het verschil tussen hun uitkering en het nettoloon uit werk te klein is. Intussen zijn de uitkeringen voor langdurig werklozen inderdaad tweemaal verlaagd. Resultaat: in 2015 leefden 41% van de Belgische werklozen onder de armoedegrens (tegenover 30% in 2010).
Hebben lagere uitkeringen (of een beperkte duur van uitkeringen) tot gevolg dat de werklozen sneller terug aan het werk gaan? De Europese Commissie stelt geen effect vast van de dekkingsgraad van werkloosheidsuitkeringen op de kans van werklozen om werk te vinden. Wat daarentegen wel een grote invloed heeft zijn maatregelen zoals beroepsopleiding, begeleiding, subsidies aan werkgevers om werklozen aan te werven enzovoort.
Lagere uitkeringen of een beperkte duur van uitkeringen helpen werklozen niet (sneller) aan werk. Ze maken werklozen wel armer.